Detail dwarsdoorsnede door het blad van de waterlelie (voorbeeld van een waterplant0 |
| - Groot (255 Kb)
- Naar beneden voor informatie
Zonder labels Legenda:
1 bovenepidermis 2 huidmondjes 3 luchtholtes onder huidmondjes 4 palissade parenchym 5 spons parenchym 6 luchtholtes 7 sclereiden 8 houtvaten 9 bastvaten 10 onderepidermis
| |
Nederlandse naam: Waterlelie Wetenschappelijke naam: Nymphaea sp. Familia: Nymphaeaceae Classis: Dicotyledonas Phylum: Angiospermae Regnum: Plantae
|
Om op het water te kunnen drijven hebben de bladeren van de waterlelie veel en grote luchtholtes in het bladmoes. Doordat ze drijven krijgen ze ook veel licht en kan het water goed door de plant stromen vanuit de basis naar de luchtholten en de huidmondjes. In tegenstelling tot bij de meeste landplanten liggen hier de huidmondjes uitsluitend aan de boven (lucht- hier adaxiale) kant. De grote oppervlakte die aan licht is blootgesteld, de ruim voldoende aanvoer van water, de aanwezigheid van een meerlagige palissadeparenchym dat veel bladgroenkorrels (hier rood gekleurd) bevat, zorgt er voor dat dit blad fotosynthetisch bijzonder actief is. In de luchtholtes liggen sclereiden (=skelreiden). Deze vezelvormige, vertakte epidermiscellen geven stevigheid en maken het blad minder aantrekkelijk voor schadelijke bezoekers zoals bladetende insecten. |