De Bruuk is een vochtig gebied met gras- en hooilanden omringd door ondiepe sloten
Reebok en zingende Boompieper. Foto's: Henny Brinkhof
met schoon en rustig water en veel waterplanten. Als je stilletjes langs de kant van het water gaat zitten valt er veel te ontdekken over de waterdieren die over (A), op (B) of in (C) het water leven, waaronder dieren die tot de typische herpetofauna (amfibieën en reptielen, D) gerekend worden. In De Bruuk zijn ook rietruigten, wilgenstruwelen en eiken-berkenbosjes aanwezig, waar allerlei landdieren een uitstekende omgeving vinden om voedsel te vergaren en/of te paren, eieren te leggen, te broeden, jongen groot te brengen en te schuilen. In het voorjaar en de zomer verschijnen in het natuurreservaat talrijke insecten en verschillende vlinders (E). Verder zijn er vogels, zoals de Nachtegaal, de Spotvogel, de Kleine Bonte Specht, de Boompieper, de Tjiftjaf en roofvogels waaronder de Wespendief en de Havik. In het gebied leven ook zoogdieren, bijvoorbeeld vleermuizen, reeën en dassen.
A. Dieren die over het water vliegen
De Viervlek (Libellula quadrimaculata). Foto: Henny Brinkhof
Libellen zijn rijk aanwezig. Libellen kun je in twee groepen verdelen, de Echte Libellen of Anisoptera (donderbolken) en de Juffers (Zygoptera). De Anisoptera zijn meestal forser en hebben de ogen meestal aan elkaar. Bovendien zijn de achtervleugels veel breder dan de voorvleugels. Een veel voorkomende libel is de Blauwe Glazenmaker (Aeshna cyanea, een mooie grote libel met blauwgroene vlekken (er zijn echter veel meer van deze Aesna soorten). Een andere bijna blauwe libel is de Platbuik (Libellula depressa). Hier in De Bruuk gefotografeerd is de Viervlek (Libellula quadrimaculata). Van de juffers kom je meestal de rode en blauwe soorten tegen (veelal zijn dit Waterjuffers, bijvoorbeeld de Watersnuffels).
En natuurlijk zijn muggen, waaronder dansmuggen, bij zoveel drassigheid talrijk (meer over dansmuggen).
B. Dieren op het water
Schaatsenrijders en vijverlopers, die beiden wantsen zijn, zijn algemeen: Schaatsenrijders (Familie Gerridae) maken schokkende roei- of schaatsbewegingen met beide poten. Vijverlopers lopen traag en hoog op hun dunne poten en hebben gelijke poten. Verder zijn er de rondcirkelende Schrijvertjes (=Draaikevers of Koffieboontjes, Gyrinus natator, zie filmpje) en veel in massa levende Springstaarten (Collembola). Ook de gerande jachtspin zie je regelmatig langs de kant of het water. Hij jaagt o.a. op stekelbaarsjes die hij uit het water plukt.
C. Dieren in het water
Onder water kan het een drukte van jewelste zijn. Men vindt er:
de achtpotige spinachtigen (Arachnidae) zoals de Waterspin (Argyroneta aquatica, de enige spin die onder water kan leven) en de Rode Watermijt (Hydrachnella sp.) die snel door het water zwemt.
Verder zijn er ook kreeftachtigen (Crustaceae) die tussen de tien (vijf paar) en de veertien (zeven paar) poten hebben, waaronder de snelzwemmende Vlokreeft (Orde van de Amphipodae; zie filmpje hierlinks). Meer voorkomend is de Zoetwaterpissebed, behorende tot de Isopodae, die in tegenstelling tot de Vlokreeft geen kromme maar een rechte rug heeft en wat rustiger op de bodem loopt.
Vervolgens treffen we talloze insecten aan, gekenmerkt door zes poten, bijvoorbeeld:
Kokerjuffers met zelfgemaakte huisjes, in De Bruuk vooral van takjesmateriaal
Waterroofkevers, waaronder een uitgesproken jager, de Geelgerande Watertor, herkenbaar aan zijn groene schild en de gele randen.
Andere Waterkevers, waaronder de grote Pikzwarte of Spinnende Watertor (tot 5 cmlang, de grootste waterkever van Nederland) die van planten leeft.
Waterwantsen met hun grote dekvleugels, die een zuigsnuit hebben, in tegenstelling tot torren en kevers die met hun kaken bijten. Wantsen zwemmen met gelijktijdige bewegingen van de achterpoten. Daaronder vallen de Staafwantsen (bijv. Ranatra linearis) die aan hun achterlijf een lange adembuis hebben. Eén van de bekendste is het Bootsmannetje, een rugzwemmer. In De Bruuk vind je ook de Waterschorpioen (Nepa cinerea) met klauwen als een schorpioen; het diertje is echter een wants (behoort dus tot de insecten) en geen echte schorpioen.
Al deze insecten hebben ook larven, die in het water leven. Een aantal ervan zijn ook echte rovers, zoals de libellenlarven en de larven van de geelgerande watertor. Daarnaast zijn er ook talloze muggenlarven te vinden.
Naast insecten komen er in de sloten van De Bruuk ook nog gehel andere dieren voor:
Geboorte van een watervlo
Nog net met het blote oog zichtbare diertjes, zoals de Eenoogkreeftjes en de Watervlooien, belangrijk als voedsel voor vele andere.
Van de vissen vind je de zowel de drie-doornige als de tien-doornige stekelbaars.
De Platwormen vallen op door hun vorm en glijdend zwemgedrag. Het zijn met name aaseters.
Sommige Bloedzuigers zuigen bloed uit vissen, andere weer uit slakken.
Goed vertegenwoordigd zijn ook de Weekdieren, met name de slakken, waaronder de Poelslak, Posthorenslak, Schijfhorenslak en Moerasslak. Van deze slakken vind je ook allerlei eikapsels op de waterplanten of de resten ervan.
Als laatste mogen niet onvermeld blijven de amfibieënlarven, dus larven van de kikkers (de dikkopjes) en salamanders (zie meer onder D).
D. De herpetofauna: amfibieën en reptielen
De Bruuk is een belangrijk gebied voor amfibieën en reptielen.
De amfibieën die in de Bruuk voorkomen, komen ook elders in de gemeente Groesbeek voor: de Groene Kikkers (Rana esculenta-complex), de Bruine Kikker (Rana temporaria) makkelijk herkenbaar aan de grote donkere vlek achter de ogen en de Gewone Pad (Bufo bufo), bedekt met wratten en met een bruine kleur. De Alpenwatersalamander (Triturus alpestris) is aan
de onderkant egaal oranje tot oranje-rood van kleur zowel bij het mannetje als bij het vrouwtje. De Kleine Watersalamander (Triturus vulgaris) heeft een licht oranje tot gele buik met vlekken erop.
Tot de reptielen behoort de Hazelworm (Anguis fragilis), een pootloze hagedis die vaak voor een slang wordt aangezien. Het dier kan tot 50 cm lang worden en heeft een koperkleurige tot goud of beige kleur aan de bovenzijde, met soms een enkele lengtestreep erover. Opzienbarend is de Levendbarende Hagedis, ook wel Kleine Hagedis genoemd (Lacerta vivipara) die op zijn bruine rug kleine lichte en donkere vlekjes heeft.
Ringslang in De Bruuk (Natrix natrix). Foto: Henny Brinkhof
Tenslotte leeft in De Bruuk nog de beschermde Ringslang (Natrix natrix), vooral herkenbaar aan zijn twee halvemaanvormige gele (soms witte of oranje) vlekken achter de kop, die in de nek bijna aansluiten tot een ring. Het kan een grote slang worden tot wel 175 cm (vrouwtje). Hij heeft te kleine tandjes om voor mensen enig gevaar te vormen. Hij leeft voornamelijk van amfibieën.
E. Vlinders
Mede door de bijzondere flora komen in de Bruuk vele vlindersoorten voor. In wekelijkse tellingen uitgevoerd onder auspiciën van de Vlinderstichting Wageningen gedurende elk seizoen tussen 1990 en 1999 is een toename met een factor 1,5x van het totaal aantal vlinders geregistreerd langs vaste routes (Zie deelresultaten in tabel hieronder, met links naar beschrijvingen, foto's en filmpjes van de vlindersoorten), met een tussen piek in 1995.
Vlinders in De Bruuk Van links naar rechts: Distelvlinder (Vanessa cardui) op Blauwe Knoop, Groot Dikkopje (Ochlodes faunus) en Oranjetipje (Anthocharis cardamines). Foto's: Henny Brinkhof
Vooral de zeer algemene vlinders, zoals het Kleine Koolwitje, het Klein Geaderd Witje, het Koevinkje en het Bruine Zandoogje deden het goed tegen de landelijke trend in en ook het Oranjetipje was redelijk vertegenwoordigd. Daarentegen was de verscheidenheid teruggelopen, namelijk van 21 naar 12 verschillende soorten: Kleine vuurvlinder, Icarusblauwtje, Boomblauwtje, Distelvlinder, Kleine vos, Gehakkelde aurelia, Zilveren maan, Argusvlinder en Hooibeestje die begin negentiger jaren in de tellingen waren gevonden, waren negen jaar later niet meer aangetroffen. De Moerasparelmoervlinder verdween al eerder uit de Bruuk, als de laatste populatie in Nederland, en de Zilveren Maan, een andere parelmoervlinder, vroeger nog volop aanwezig in de Bruuk, leek voorgoed ten zuiden van het rivierengebied uitgestorven te zijn. In 2008 zijn er echter weer Zilveren Manen in De Bruuk waargenomen. Hoogstwaarschijnlijk ging het om uitgezette exemplaren.
Klik in de tabel hieronder op de pijltjes ↑ ↓ om te sorteren