Het natuurgebied Nijmegen - Groesbeek - Ubbergen - Beek - Berg en Dal
In Nederland vindt men een aantal stuwwallen, allen gevormd in de Riss-ijstijd: de Utrechtse Heuvelrug (o.a. de Grebbeberg), op de Veluwe (bijv. de Wageningse Bergen) en in de plaatsen Nijmegen, Ubbergen, Groesbeek, Beek en Berg en Dal binnen het Rijk van Nijmegen. Een stuwwal is een heuvel die gevormd is doordat een gletsjer of landijs eerder afgezet bodemmateriaal voor zich uit gestuwd heeft. Morenes daarentegen bestaan uit materiaal dat in de gletsjer is meegevoerd, zoals keileem.
Het stuwwalgebied rond Nijmegen kent een grote verscheidenheid aan natuurschoon. Men vindt er de volgende landschapselementen:
- Steile beboste hellingen (bijv. de Duivelsberg, het Eversbos, de Kabouterroute (leuk voor kinderen! video op mijngelderland.nl), de Sint Jansberg en de Mookerheide).Wandelpaden slingeren langs schilderachtige taferelen en vergezichten, bijvoorbeeld vanuit de Ubbergse stuwwal over de Ooijpolder en vanuit de Sint Jansberg over het Maasdal.
- Diepe dalen (bijv. het Filosofendal)
- Bronnen en beekjes (bijv. de Helbeek en het Groene Water aan de voet van de Sint Jansberg in Plasmolen en het beekje in het Filosofendal bij Beek-Ubbergen)
- Weelderige akkers, weiden en boomgaarden (bijv. de Heerlijkheid-Beek en de Elyseesche Velden bij Ubbergen)
- Het natte bekken "de Bruuk" (Meer over "De Bruuk") met heel bijzondere planten en dieren
Bij het ontstaan van dit geglooid landschap hebben vooral geologische processen uit de twee laatste ijstijden een grote rol gespeeld . Maar ook de mens heeft in historische tijd een behoorlijke invloed gekregen op het landschap als geheel (meer over de
geologie en invloed van de mens in dit terrein).
In het Duivelsberg-gebied vertoont de bosvegetatie langs de hellingen een interessante zonering van boom-, struik- en kruidlaag (meer over de
vegetatie van de stuwwal). Fraaie bronnen en bronbeken zijn in de omgeving van Nijmegen te vinden op plaatsen waar grondwater op natuurlijke wijze aan de oppervlakte uittreedt, met name in Ubbergen, Beek, Berg en Dal en Plasmolen. In dit waterig of vochtrijk milieu komen bronbossen en typische levensgemeenschappen voor die gedijen onder vrij constante omstandigheden (meer over de
fauna).