Bladeren zijn structuren die afgeleid zijn van de stengel. Het
beginstadium van de vorming van het blad is voor eenzaadlobbigen (= monocotylen) en tweezadlobbigen (= dicotylen) gelijk. Pas in tweede instantie doen zich verschillen voor in de morfogenese in de spruiten van respectivelijk
monocotyle en
dicotyle planten.
Beginstadium vorming blad: de vorming van het blad begint achter onder het top meristeem (1) met periclinale delingen (het delingsvlak is hierbij evenwijdig aan het buitenoppervlak en die van de cellagen; rood aangegeven in figuur 2) meestal eerst in subepidermale lagen en daarna in de epidermis. Na een eerste set delingen vinden er ook anticlinale delingen plaats (met het delingsvlak dwars op het oppervlak; blauw in figuur 2). Daardoor ontstaat een uitstulping (3) die verder uitgroeit tot een blad.
Vanaf hier verschilt de verdere ontwikkeling van het blad tussen
monocotyle en
dicotyle planten.