'De Bruuk' is een parel onder de Nederlandse natuurgebieden omdat hier nog veel bijzondere plantensoorten groeien die elders verdwenen zijn door ontginning, verdroging of bemesting. Het gebied wordt gekenmerkt door een afwisseling van hooimoerassen, waaronder de beschermde blauwgraslanden en deels veldrusschraallanden, struwelen, houtwallen en natte bossen (Elzenbroekbos; de naam "Bruuk" is van dit bostype afgeleid). Dit kleinschalig (ong. 100 ha), maar schitterend natuurstuk ligt in het bekken van Groesbeek, in de dorpskern 'De Breedeweg", aan de rand van het Reichswald.
Uit ecologisch onderzoek in De Bruuk is gebleken dat vele factoren leiden tot verzuring, verdroging en vermesting van de bodem in dit gebied en daarmee van invloed zijn op de kwaliteit van de schrale Blauwgrassenvegetatie. In de pagina over de bodem kan men een indruk krijgen hoe die factoren in kaart gebracht zijn en hoe complex natuurbeheer kan zijn.
De Bruuk kreeg in 1940, als eerste gebied in Nederland, de status van graslandreservaat. Dankzij de inzet van medewerkers van beheerder Staatsbosbeheer en het ministerie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, maar ook van locale initiatiefnemers zoals leden van de
Werkgroep Milieubeheer Groesbeek, is de Bruuk inmiddels op de Europese Habitatrichtlijnkaart gezet als
NATURA 2000 gebied, met name vanwege het voorkomen van beschermde Blauwgraslanden (
Cirsio dissecti-Molinietum). Blauwgraslanden komen op zeer voedselarme bodems voor, maar behoren tot de meest soortenrijke en bloemrijke vegetatietypen, waarbij makkelijk 20 of 30 verschillende soorten op een vierkante meter gevonden kunnen worden. Kenmerkende soorten voor Blauwgraslanden zijn: Spaanse Ruiter (
Cirsium dissectum), Blauwe Zegge (
Carex panicea), Blonde Zegge (
C. hostiana), Vlozegge (
C. pulicaris) en Klein glidkruid (
Scutellaria minor). Voorts is de Bruuk vermaard om haar orchideeën.
Behalve voor haar rijkdom aan planten is natuurreservaat de Bruuk die een ruimtelijke afwisseling van terreintypen kent van belang als leef- en voortplantingsgebied voor heel verschillende soorten dieren, bijvoorbeeld vogels (karakteristiek in het voorjaar is de
nachtegaal,
Luscinia megarhynchos), dagvlinders (
Zilveren Maan,
Boloria selene),
vleermuizen, waterspitsmuizen, ringslangen en waterdiertjes.
Bronnen
Brinkhof, H. Artikels van het Groesbeeks Milieujournaal en persoonlijke mededelingen
Schaminée, J.H.J., A.h.F. Stortelder em E.J. Weeda. 1996. De vegetatie van Nederland. pag 172-180. Deel 3. Plantengemeenschappen van graslanden, zomen en droge heiden. Opulus Press, Uppsala.
Steeg, H.M. van der, 1984 ."Wat is er mis met De Bruuk", notitie afd. geobotanie, KU Nijmegen.
Thissen J. en Brinkhof H., 2009. Extern auditrapport over "De Bruuk" uitgevoerd in opdracht van Staatsbosbeheer. 26 pp (pdf versie)
Contact
webmaster: Liesbeth Pierson, Radboud Universiteit Nijmegen