Klik op het grijs plaatje hierlinks om de simulator te laden of
open nieuw venster. De FESEM simulator werkt met Java. Als de benodigde Java (TM) plug-in 1.3 nog niet op jouw computer is geinstalleerd, word je automatisch naar Sun Microsystems, Inc doorgeschakeld. Volg de (simpele) stap-voor-stap instructies om de plug-in gratis te downloaden. Zodra de installatieprocedure afgerond is zal de virtuele FESEM van zelf opgestart worden.
Cellagen binnen het blad (hier: Japanse Siernetel, Coleus sp.)
Materiaal: een stukje vers bladmateriaal is met slush stikstof bij -95 °C ingevroren. Vervolgens is dit stukje weefsel in de cryo-eenheid van de FESEM met een speciaal mesje gefractureerd om de binnenste cellagen van het blad te onderzoeken.
Epidermis lagen
Applet onder beheer van Zoomify ; Vergt java software om te werken. Gratis te downloaden bij Sun Microsystems
Beschrijving: Het bovenoppervlakte (de adaxiale zijde; 1) en onderoppervlakte (de abaxiale zijde; 2) van het blad worden door een laag epidermiscellen (= opperhuidcellen) begrensd (hier aangegeven met 3a aan de onderkant en 3b voor de bovenkant; epi = boven of oppervlakte, dermis = huid). De epidermis bestaat uit een aaneengesloten laag parenchymatische cellen die een dikke celwand dragen maar bladgroenkorrels missen. Bij de Siernetel komen in beide epidermislagen haren (4; trichomen) voor; die aan de onderkant zijn duidelijk meercellig. In de onderepidermis komen verspreid ook huidmondjes voor. De epidermiscellen geven het blad bescherming tegen uitdroging en tegen fysische en chemische agressies. De lagen onder de epidermis zijn aan de boven- en onderkant verchillend in opbouw: het weefsel tegen het onderepidermis aan bestaat uit bolvormige sponsparenchymcellen (5) met ertussen grote holten (6), de zogenaamde intercellulaire holten. De bovenepidermis daarentegen wordt geflankeerd door staafvormige cellen, zogenaamde palissade parenchym cellen (7). Spons- en palissadeparenchymcellen vormen samen het bladmoes. Beide celtypen bevatten organellen die van belang zijn voor de fotosynthese: de bladgroenkorrels (= chloroplasten; Bekijk detailopnamen van bladgroenkorrels). De huidmondjes, die in verbinding staan met de grote intercellulaire holten, spelen een rol bij de uitwisseling van gassen van de fotosynthese (koolstofdioxide, zuurstof en waterdamp) tussen het bladmoes gelegen binnen het blad en de atmosfeer buiten de plant.
Meer informatie over bladeren is te vinden in een aparte webserie.
Software ontwikkeling: Jeroen van Beurden.
Webstructuur: Remco Aalbers
Teksten en beelden: Elisabeth Pierson en Huub Geurts