Uitwendige bouw van een rivierkreeft: onderkant mannetje |
| - Groot (96 Kb)
- Naar beneden voor informatie
Met labels Legenda:
1 cephalothorax (kop-borststuk) 2 abdomen (achterlijf) 3 antenna 4 antennulae (antennetjes) 5 monddelen 6 branchiostegiet (zijschild kieuwkamer) 7 chelipede (schaar) 8 pereiopoden (looppoten) 9 pleopode 1 (copulatiepootje) 10 sterniet 11 pleopoden 2-5 (zwempoten) 12 pleopode 6 / uropod 13 anus 14 telson (staartschild)
| |
Nederlandse naam: Rivierkreeft Wetenschappelijke naam: Astacus sp. Familia: Astacidae Classis: Malacostraca Phylum: Arthropoda (subphyllum Crustacea) Regnum: Animalia
|
De maxillipeden zijn oorspronkelijk de eerste drie aanhangsels van de thorax, vandaar de naam thoracopoden. Ze hebben nu alle een functie gekregen bij voedselopname. De vijf overige thoracopoden dienen hoofdzakelijk voor de voortbeweging. Daarom worden ze periopoden of looppoten genoemd. Het eerste paar periopoden, de chelipeden, is omgevormd tot een schaar waarmee de prooi wordt gegrepen en instukken gereten. De uitwendige geslachtskenmerk van de rivierkreeft zijn te vinden aan de buikzijde (ventraal). Bij mannetjes is het eerste paar pleopoden en in mindere mate ook het tweede paar omgevormd tot een copulatieorgaan, terwijl bij vrouwtjes het eerste pleopoden paar is gereduceerd of geheel ontbreekt. Bij mannetjes liggen de geslachtsopeningen aan de basis van het vijfde paar pereiopoden, terwijl deze bij de vrouwtjes bij het derde paar pereiopoden liggen. Dit mannetje heeft nog maar een omgevormde pleopode 1. Naar de volgende stap: de dissectie van antennen en monddelen. |