In deze epidermisstrip van een vers blad van papyrus is de lijnvormige rangschikking van cellen die typisch is voor eenzaadlobbigen te zien. De epidermiscellen ( opperhuidcellen) sluiten nauw op elkaar aan. De gewone epidermiscellen zijn langwerpig en hebben geen chloroplasten itt de sluitcellen. Deze laatste hebben wandverdikkingen. De grote buurcellen ondersteunen de functie van de sluitcellen. Figuur A en B laten twee scherpstellingen zien op dezelfde epidermisstrip.