In de grote luchtholtes aan de onderkant van het blad van de waterlelie liggen sclereiden. Deze zijn vezelvormige, vertakte epidermiscellen die het blad minder toegankelijk maken voor bezoekers zoals blad-etende insecten. Daarom is het cellumen klein en zijn de celwanden stevig en hard met aan het oppervlak uitstekende knobbels die extra verhard zijn.