Tijdens het diploteen (Gr. diplous = tweevoudig) wordt het duidelijk zichtbaar dat elk gerepliceerde chromosoom uit twee zuster-chromatiden bestaat. Elk bivalent bestaat nu uit een bundel van vier homologe chromatiden. Homologen hebben een zwakkere binding en ze wijken lichtelijk uiteen. Hierbij worden de kruisingen (= chiasmata; enkelvoud chiasma, genoemd naar de kruisvormige Griekse letter chi) tussen de niet-zuster-chromatiden zichtbaar. Elk bivalent bevat over het algemeen een of meerdere chiasmata, alwaar er crossing-over heeft plaatsgevonden.