Planten die in een vochtige en vaak schaduwrijke omgeving voorkomen hebben zogenaamde hygromorfe bladeren. Deze hebben weinig steunweefsel en een dunne, eenlagige epidermis met een dunne cuticula. De huidmondjes liggen aan het oppervlak van zowel de boven als de onderepidermis. Deze bladeren zijn dus aangepast aan de vochtige omgeving, ze hoeven de verdamping van het water nauwelijks tegen te gaan. Een voorbeeld van zo'n hygromorfe soort is (Ranunculus reptans), de kruipende waterranonkel.
Hygromorfe soort: voorbeeld de kruipende waterranonkel