Bladeren van monocotyle planten (eenzaadlobbigen) zijn parallelnervig en zijn meestal pijl- tot lintvormig. De huidmondjes liggen bijna altijd in lange parallelle rijen, net als de epidermiscellen. Deze kenmerken vind je terug in onderstaande foto's van bladeren van mais, papyrus en yucca. Het ontstaan van de typische monocotyle bladvorm wordt verder toegelicht in de pagina's over de aanleg van het monocotyle blad.