De Wolfsklauwachtigen (Lycophyta), waartoe Lycopodium (Wolfsklauw) en Selaginella (Engels mos) behoren, hebben vaatbundels voor het transport van water, mineralen en suikers. Hierdoor kunnen ze groter worden dan mossen. Lycophyta staan ook bekend als microfyle varens, omdat ze kleine blaadjes bezitten met een enkele vaatbundel. Deze blaadjes zijn in een spiraal op de stengel ingeplant.
|
A Wolfsklauw (Lycopodium) in het Drents Friese Wold; foto: Wilhelm Benus. Zie zoom opname en video (@14min33)
B en C Selaginella habitat; zoom opname
|
Kenmerken van de levenscyclus
De strobilus is te vinden op het einde van een stengel in een spiraalsgewijze samenstelling van dichtopeenstaande, gelijkvormige sporofyllen. In de meeste gevallen, zoals in Lycopodium, worden op de sporofyllen sporangia gevormd waarin identieke sporen ontstaan. Dit verschijnsel heet homosporie. Deze sporen groeien uit tot de gametofyt waarop antheridia en archegonia worden gevormd. Ook heterosporie komt voor in de Lycophyta. Een voorbeeld hiervan is Selaginella. Op de sporofyllen ontstaan twee typen sporangia: macrosporangia (vrouwelijke sporangia) op de onderste sporofyllen en microsporangia (mannelijke sporangia) op de bovenste sporofyllen. De sporangia bevinden zich op zogenaamde ligula, kleine tongvormige en chlorofyl-vrije schub aan de bovenkant van de basis van sporofyllen.
Het prothallium is knotsvormig. De ontwikkeling van het microprothallium begint al wanneer de microspore zich nog in het microsporangium bevindt. Het vindt geheel plaats binnen de wand van de spore. De ontwikkeling van het macroprothallium begint eveneens binnen de sporen in het macro(sporangium), maar uiteindelijk scheurt de sporenwand en ontwikkelen zich rhizoïden en archegonia met eicellen.
Levencyclus van Lycopodium
| |
Elementen van een dwarsdoorsnede ter hoogte van de stengel van Lycopodium: bladeren (aan de buitenkant) en in de eigenlijke stengelcentrale cylinder (binnen geel gebied), floeem (geel-groenig), xyleem vaten (rood aangekleurd). (zoom)
Detail van de centrale cylinder van Lycopodium met vaatbundels: xyleem en floeem. (zoom)
|
Levenscyclus van Selaginella
| |
|
Lengtedoorsnede door een strobilus van Engels mos. De strobilus heeft twee typen sporangia en is heterospoor. Na meiose ontstaan in de microsporangia (haploïde) microsporen en in de macrosporangia (haploïde) macrosporen. Deze sporen ontwikkeln zich respectievelijk tot mannelijke en vrouwelijke gametofyten.
1 strobilus as, 2 schub, 3 microsporangium, 4 macrosporangium | Doorsnede door een macrosporangium van Engels mos. 1 macrosporangium, 2 schub, 3 sporangium wand, 4 macrosporen |
Doorsnede door een microsporangium van Engels mos
1 microsporangium, 2 schub, 3 sporangium wand, 4 microsporen. (Detail van microsporangium zoom)
|