|
|
Soort: Vlier, Sambucus sp.
Familie: Caprifoliaceae
Klasse: Dicotylen
Orde: Angiospermen
Rijk: Planten
|
|
|
Scanning elektronenmicroscopie van kurk |
Kurk wordt gevormd door een
cambiumlaag (=fellogeen) dat zelf bijna altijd onstaat als secundair meristeem uit de laag
collenchym of parenchym direct onder de epidermis. In tegenstelling tot sclerenchymcellen zijn collenchymcellen nog levend en hebben zij het vermogen behouden om te differentiëren. Kurkcambium cellen delen alleen periclinaal waardoor de typische rijen dochtercellen ontstaan: er worden voornamelijk
kurkcellen (= felleem) aangemaakt en wel naar buiten toe en in veel mindere mate (soms zelfs helemaal niet)
kurkparenchym (= felloderm), naar binnen toe. Kurkcambium, kurkcellen en kurkparenchym samen worden ook wel
periderm genoemd. Ontwikkelde kurkcellen zijn dood en hun celwanden bevatten
suberine, een vettige substantie die water afstoot. De kurklaag geeft bescherming tegen uitdroging, maar sluit daardoor weefsel in het binnenste gedeelte van stengel of stam zo grondig af dat gaswisseling met de buitenwereld verhinderd wordt. 'Ademhaling' wordt toch mogelijk gemaakt doordat het cambium -meestal ter hoogte van een huidmondje- plaatselijk zoveel parenchymcellen naar de oppervlakte toe afzet dat er in de kurklaag onderbrekingen ontstaan, de zogenaamde
lenticellen (van lens = linze, lensvormig). Uiteindelijk degenereren deze dunwandige parenchymcellen, maar de gaswisseling is gewaarborgd.
Kurkvorming - Voorbeeld: de vlier |
|
|
Begin van kurkvorming uit kurkcambium: 1 kurk = felleem; 2 kurk cambium = fellogeen; 3 collenchym; 4 lenticel; 5 parenchym; 6 sclerenchym; 7 floeem; 8 kurkschors = felloderm |
| Voortzetting van kurkvorming: 1 lenticel; 2 epidermis; 3 kurk; 4 cambium; 5 collenchym; 6 sclerenchym; 7 floeem; 8 secundair xyleem; 9 primair xyleem; 10 merg
|
Lenticelvorming - Voorbeeld: wonderolieboon |
|
Vroeg stadium van lenticel vorming: 1 epidermis; 2 lenticel; 3 parenchym; 4 cambium; 5 felloderm |