De Hatertse en Overasseltse Vennen liggen ten zuidwesten van Nijmegen en ten Zuid-oosten van de Wijchense vennen. Het gebied wordt omgeven door Alverna, Wijchen, Nederasselt, Overasselt en Heumen.
Het gebied van de Haterste en Overasseltse Vennen (ong 520 ha) bestaat uit een aantal "echte vennen" gelegen in een grotendeels aangeplant bos met resten eikenhakhout,
percelen heide en kleine schilderachtige
akkertjes en
weilandjes waarop vee nog vredig graast.
Echte vennen zijn waterpartijen die niet gevoed worden door grondwater, maar die voor de aanvoer van water grotendeels op (mineraalarm) regenwater zijn aangewezen. Het gebied wordt gekenmerkt als zijnde voedselarm, plaatselijk zelfs als extreem voedselarm (mesotroof en oligotroof). Verrijking van wateren in het verleden door een kokmeeuwenkolonie is teruggedrongen. De op een leemlaag gelegen stuifzanden (meer over de
geologie) zijn oorspronkelijk allemaal relatief arm aan voor planten noodzakelijke mineralen. Hier worden o.a. verschillende gemeenschappen uit het
Dophei-verbond (Ericion tetralicis) aangetroffen (meer over
planten). Staatsbosbeheer heeft in delen van dit natuurgebied grote grazers rondlopen, zoals
schapen en
Schotse Hooglanders, die de vegetatie kort houden. Ook de das is hier te vinden. (Bekijk een
video impressie).
Aan de rand van het vennengebied bevindt zich de ruïne van een 15e eeuwse
kapel, gewijd aan Sint Walrick (Walaricus, gestorven in 622), de beschermheilige van de zieken, in het bijzonder de koortslijders. Behalve om er te bidden in de kapelruïne, togen pelgrims naar deze plaats om er de koorts van zieken 'af te binden': sinds de 19e eeuw is de verering getransponeerd naar nabij gelegen
struiken en bomen, ihb de 'koortsboom' (een zomereik,
Quercus robur), waar men tot op heden nog lapjes en repen stof van koortlijders kan zien hangen.
Een paar kilometers ten zuid-westen van de Hatertse en Overasseltse vennen bevindt zich nabij de Molenwiel in Nederasselt het 9 ha groot natuurgebied Kadans van de gemeente Heumen. Dit gebied, waarin hooiland, een stinzenbosje*, poelen en bomen voorkomen, heeft een bestemming voor het behoud van natuurschoon, maar ook voor recreatie en educatie (meer:
Natuurstichting Kadans ...).
*
Stinzenplanten (van het Fries "stins" = stenen huis) zijn plantensoorten die vroeger uitgeplant zijn rond boerenhoeven en in kloostertuinen e.d. en die vervolgens verwilderd zijn.